‘Je moet ver gooien en dan weer verder gaan met je leven.’
Jeroen van der Meer verbeterde tijdens de Gouden Spike tweemaal het Nederlandse record speerwerpen, in respectievelijk 1988 (78.56 m) en 1990 (exact 80 m). Beide keren verdiende hij daar de Gouden Spike mee. Die 80.00 meter is sinds 1990 slechts tweemaal overtroffen. Het huidige NR staat op 80.70 m. We blikken met Jeroen terug op zijn succesvolle en bewogen atletiekcarrière.
Hoe kijk je terug op de Gouden Spike?
De Gouden Spike was dé wedstrijd in Nederland, naast het NK, en niet alleen voor mij hoor. Ik heb vrijwel jaarlijks meegedaan, al heb ik geen idee hoeveel keer dat in totaal was. In 1988 wierp ik 78.56 m, maar dat had veel verder gekund, want ik stond al vier of vijf meter voor de streep stil. In 1990 gooide ik precies 80 meter en daar stond ik zelfs al zes meter voor de streep stil! Ik weet echt niet hoe ik dat voor elkaar kreeg. Bij die worp van 80 meter had ik ook niet het gevoel dat ik mijn vermogen er in had zitten. Toch was het een nieuw NR.
Die 80 meter is sinds 1990 slechts tweemaal overtroffen, klopt dat?
Ja, officieel wel. Maar ikzelf heb regelmatig verder geworpen. In Dordrecht heb ik een worp ongeldig gemaakt door uit te stappen, omdat ik dacht dat het niks was. Iemand die die worp had gezien kwam naar me toe en vroeg waarom ik in godsnaam was uitgestapt. Daar was ik wel even ziek van. Ook in Lissabon heb ik voorbij de 80 meter gegooid. Daar stormde het echter en mede door de dakconstructie waaide de speer buiten de lijnen.
Baalde je toen je je Nederlands record kwijt raakte?
Nee hoor, helemaal niet. Het is leuk om records te hebben, maar ze zijn er ook om verbeterd te worden. Ik hoorde ooit deze wijze opmerking: ‘Je moet ver gooien en dan weer verder gaan met je leven.’ Zo zie ik het ook. Klaar. Door die Nederlandse records ben ik ook niet veranderd.
Je gooit niet zomaar tachtig meter met een speer. Heb je daar veel in moeten investeren?
Ja, uiteraard. Ik ben begonnen toen ik twaalf was en heb altijd met veel plezier getraind. Als je altijd progressie boekt en altijd wint is het ook altijd leuk.
Loopt er in Nederland veel talent rond?
Daar ben ik van overtuigd. Ik kwam een keer een jongen tegen die met een hockeybroek aan en op van die witte canvas gympen voor de lol ging verspringen. Hij nam een aanloop, kwam precies op de balk uit, trok zijn benen op en landde in de bak. Ik heb een stokje in het zand gestoken om later te kunnen meten. Die sprong bleek 7.76 meter te zijn. Twee maanden later is hij gestopt, omdat hij geen zin meer had. Veel talentvolle junioren stoppen met atletiek zodra ze gaan studeren en naar een andere stad verhuizen.
Had je in jouw tijd veel concurrentie bij het speerwerpen?
Bij AAC zaten er een paar, Bunck, Ter Horst uit Roermond, Bert Smit en nog een paar van wie ik de namen kwijt ben. Maar ik bleef in de jaren tachtig in Nederland als enige over. Internationaal stelde ik niet zoveel voor, hoor. Op een gegeven moment werd er over de honderd meter gegooid. Dat werd natuurlijk gevaarlijk. Toen is de speer aangepast: lengte, gewicht en gewichtsverdeling.
Wat vond je eigenlijk mooi aan speerwerpen?
Gewoon, de sensatie van ver gooien. Je voelt het meteen als je de speer goed raakt. Je hebt dan de tijd om je op te richten en de speer te zien vliegen. Dat is echt mooi.
Hoe zou je jezelf als speerwerper typeren?
[ het blijft even stil ] Geen ideeee … Dat moet je aan anderen vragen.
Oké, hoe omschreven anderen jou dan?
[lacht] Het heeft me jaren gekost om mijn kracht op te bouwen. Op een gegeven moment werd ik beschouwd als een krachtwerper. Ik had toen dezelfde krachtwaarden als Johannes Vetter, die vorig jaar 97.76 meter gooide.
Hoe kan het dan dat Vetter nu zoveel verder gooit dan jij toen?
Hij heeft zijn techniek beter aangeleerd. Bovendien heeft hij geen blessures, zoals ik ze had.
Heb je veel blessures gehad?
Jazeker. Mijn ruggenwervel is kapot en ik heb mijn schouder en elleboog meermalen geblesseerd. Daarin zijn gewoon stukjes kraakbeen afgebroken, door de krachten die ik ontwikkelde. Verder is mijn rechtermiddelvinger veel dikker omdat ik daar de speer mee vasthad.
Hoe was je relatie met de Nederlandse Atletiekunie en officials?
Atletiek is een zelfstandige sport. Je bent voor jezelf bezig en bent frank en vrij. Als je vervolgens beter wordt, gaan er opeens mensen zich met je bemoeien en heb je allerlei verplichtingen. Dan gaan anderen bepalen hoe jij je veters moet strikken. Dat was toen zo en dat is nog steeds zo. Ik was autonoom, zoals elke topsporter. Dat botste dus weleens. Ik mocht bijvoorbeeld niet naar een Duitse wedstrijd omdat ik daar startgeld zou ontvangen. Een official zei toen tegen me: ‘Maar je sport toch voor je plezier?’ Tsja. Ik was autonoom en dus niet zo blij met die bemoeizucht.
Is er anno 2021 genoeg aandacht voor het speerwerpen?
Nee, helaas niet. Dat geldt niet alleen voor de Gouden Spike, hoor. Ook internationaal is het werpen een ondergeschoven kindje. Alles lijkt te draaien om het lopen. Ik kijk alleen naar een wedstrijd of toernooi als er voldoende aandacht is voor de werpnummers. In Nederland is speerwerpen lang niet zo populair als in Finland, Duitsland of het voormalige Oostblok.
Welke ontwikkelingen zijn er gaande in het speerwerpen?
De technische ontwikkelingen in het speerwerpen staan nooit stil. Het schoeisel verandert constant en de speer zelf ook. Vroeger was de speer van aluminium of staal, tegenwoordig van carbon. Door de wikkelingen te variëren kan je de stijfheid en dikte over de lengte van de speer bepalen. Daarmee kan de speer heel precies worden gemaakt, zodat hij de juiste vlucht maakt en daarna de perfecte duik. De moderne speren hebben een gunstigere dalingshoek. Met de huidige speer kan je vier of vijf meter verder werpen dan met de speer waarmee ik gooide, daar ben ik van overtuigd.
Wat zou er gebeuren als Vetter een speer uit jouw tijd zou gebruiken?
Daar ben ik wel nieuwsgierig naar, ja. Het is eerst al de vraag of hij hem goed kan raken. Dat is al een dingetje, hoor.
Hoe ver zou jij in jouw toptijd hebben gegooid met een speer uit 2021?
Daar kan ik niks over zeggen, helaas…
Zijn de speerwerpers zelf ook veranderd?
De speerwerpers zijn tegenwoordig minder zwaar en trainen meer op snelheid. Die Vetter is een ongelooflijk sterke beer én hij is snel. Maar voor alle speerwerpers geldt: je moet die enorme krachten aankunnen. Dat was toen zo en dat is nog steeds zo.
Wie zie je als talenten of toppers in Nederland?
Dat is nu Tom Egbers [ niet hij van Studio Sport ]. Tom gooide vorig jaar al 76 meter en wil dit jaar over de 80 meter. Hij heeft een crowdfunding-actie opgezet om al dit jaar een goede speer te kunnen aanschaffen. Heel mooi, dan is er toch weer beweging in het speerwerpen.
Hoe zouden we volgens jou meer talent moeten interesseren voor de technische nummers?
Dat begint al bij trainers met de juiste kennis, en die zijn helaas niet dik gezaaid. Er is genoeg talent in Nederland, daar ligt het niet aan. De trainers moeten het trainen aantrekkelijk en gericht maken, want je moet er veel in investeren. Wat zeker niet meehelpt is dat je in Nederland met speerwerpen niks kan verdienen. Als je de (wereld)top niet haalt en er toch alles voor opgeeft is speerwerpen in feite een slecht geschreven bedrijfsplan.

Hoe kijk je terug op je atletiekcarrière?
Ik denk dat ik door de onwetendheid van trainers in Nederland veel minder ver heb gegooid. Om die reden ben ik in 1988 naar Duitsland gegaan. Daar zat de kennis. Ik moest er wel een paar keer per week voor op en neer rijden, maar dat had ik er graag voor over: het heeft mijn techniek en prestaties veel goed gedaan en de kans op blessures aanzienlijk verminderd. Mede daardoor heb ik toch het gevoel dat ik alles uit mijn atletiekcarrière heb gehaald.
Wat ben je na de atletiek gaan doen?
Ik ben in 1993 gestopt en ben industriële vormgeving gaan studeren. Mijn vrouw is orthopedisch chirurg en wij hebben toen besloten dat ik voor de kinderen zou zorgen. Dat heb ik met alle plezier gedaan.
Ben je nog actief in de atletiek?
Jazeker. Ik probeer mijn kennis en ervaring over te dragen aan de nieuwe lichting speerwerpers. Ik ben een tijdje bondstrainer geweest en geef nu trainingen bij CAV Energie in Barendrecht, onder meer aan een werper met een fysieke beperking.
Zien we elkaar op 12 juni?
Ik hoop het. Speerwerpen staat in elk geval op het programma en dat is natuurlijk mooi.