Loes Boling won de allereerste Gouden Spike in 1960
Op 24 juni 1960 deed het Leidsch Dagblad verslag van de allereerste Gouden Spike, die daags daarvoor – een donderdag – had plaatsgevonden. Hoogblonde Loes Boling veroverde de “Gouden Spike van Fanny”. En vervolgens: Omstuwd door een grote menigte dankbare toeschouwers, die vooralsnog niet van de uniek gelegen sintelbaan in de Leidse Hout waren weg te slaan, reikte Fanny Blankers-Koen aan het eind van de Nationale Jubileum Avondwedstrijden van A.V. Holland de “Gouden Spike van Fanny” uit aan de Sagitta atlete Loes Boling. De 17-jarige hoog blonde Amsterdamse passeerde met een prachtige discusworp van 47,59 m niet alleen de Nederlandse recordhoudster Corrie Huygens, die de 7 kg (!) wegende schijf ditmaal niet verder kreeg dan 46,84 m.
Mevrouw Loes Siekman-Boling (‘Zeg maar Loes, hoor’) in 2021: ‘Ik kan me van die dag zelf eerlijk gezegd niet zo veel meer herinneren. Ja, dat ik niet verwacht had de Gouden Spike te winnen. Ik had wel een goede dag en raakte de discus goed. Maar toch was ik verrast dat de jury mijn worp uitkoos als opmerkelijkste prestatie van die dag. En ik was hartstikke trots dat ik de allereerste Gouden Spike van Fanny Blankers-Koen zelf mocht ontvangen. Dat kan je ook wel zien op de foto in de krant: ik sta helemaal te stralen!’
Uiteraard zijn we benieuwd of zij die historische trofee nog heeft. Maar helaas. ’Die Gouden Spike heeft jarenlang in mijn prijzenkast gestaan. Maar die kast was nogal groot, dus die heb ik uiteindelijk toch een keer opgeruimd. En volgens mijn zoon heb ik die Gouden Spike toen weggegeven aan een van mijn buurjongens. Maar ik zou niet meer weten hoe die heet.’ Als je dat hoort gaan je vingers natuurlijk jeuken om een online zoekactie op touw te zetten.
Loes Boling is op 21 februari 2021 tachtig geworden en is nog aardig fit. Het enige is dat ze een paar jaar geleden bij een fietsongelukje (‘gewoon, hier op de oprit’) haar heup en haar been op meerdere plaatsen heeft gebroken. ‘Daar zit nu zo’n plaat in!’, gebaart zij. Fietsen durft zij sindsdien niet meer en haar e-bike verkoopt ze binnenkort.
Loes vertelt enthousiast over haar succesvolle atletiekloopbaan. Zij was gespecialiseerd in discuswerpen en combineerde dat met kogelstoten. Toen zij in 1960 de eerste Gouden Spike won was ze negentien jaar, dus niet zeventien zoals het Leidsch Dagblad meldde. ‘En die discus woog ook echt geen zeven kilo, hoor!’ lacht ze. Bij het discuswerpen is zij acht keer Nederlands Kampioen geweest (met een pr van 49,03 m) en bij het kogelstoten vier keer (pr 15,37 m). Op haar 25e stopte zij met de actieve atletiek en ging in het onderwijs werken.
‘Kijk, deze plakboeken heb ik na 35 jaar weer uit de kast gehaald, speciaal voor dit gesprek. Ze vallen helemaal uit elkaar maar het is zó leuk om ze weer eens door te bladeren.
Ik heb echt een enorm leuke tijd gehad. Het allerleukste vond ik de contacten die je tijdens het sporten opdeed, en de gezelligheid. Met een aantal atleten van toen heb ik nog steeds contact. Verder waren de landenwedstrijden bijzonder. Ik kom uit een eenvoudig milieu en wij gingen nooit op vakantie, nooit. Dus dan was het heel wat om naar Engeland, Zweden, Tsjechoslowakije, Oost-Duitsland en dat soort landen te gaan. Kijk, hier heb ik nog een KLM-ticket van een wedstrijd in Milaan!’
Er valt een tekening uit een van de plak-boeken. Het is een tekening die Dick Bruynesteyn, de bekende sporttekenaar uit die tijd, van Loes maakte. Zij is daar toch stiekem best trots op. Of eigenlijk niet eens stiekem.
‘Mijn ouders waren nauwelijks geschoold, maar ik kon goed leren. Al van jongs af aan wilde ik gymnastieklerares worden. Na de Eerste Openbare Handelsschool in Amsterdam ben ik naar de Sportacademie gegaan. In die tijd trainde ik bij Sagitta in Amsterdam, de vereniging van Jan Blankers die in 2000 is opgegaan in Phanos. Ik ben begonnen met hoogspringen, maar door een knieblessure durfde ik dat niet meer. Toen ik voor de lol een keer de discus pakte en die een flinke zwieper gaf, bleek ik daar aanleg voor te hebben. Toen ben ik mij maar gaan richten op het discuswerpen, met kogelstoten als bijnummer.’
Het gesprek komt op Sagitta, de atletiekvereniging voor meisjes en dames. ’Ik vond Jan Blankers heel aardig. Hij heeft Sagitta op een gegeven moment gered, dat was echt fantastisch. Hij trainde alle disciplines, omdat er gewoon niemand anders was. Van discuswerpen had hij niet per se verstand, maar hij zei dan iets als ‘je moet je arm iets meer naar achteren houden, dan kan je hem een betere slinger geven’ en dan probeerde ik dat maar. We waren in die tijd de beste atletiekvereniging van Nederland, ook omdat door Jan Blankers de beste atleten naar Sagitta kwamen. Ik heb Sagitta altijd een leuke vereniging gevonden. Met een aantal vrienden en vriendinnen uit die tijd heb ik nog steeds contact.’
Loes’ man Peter is in 2015 overleden. Hij was ook erg sportief en zat in het bestuur van de Amsterdam marathon. Haar twee zoons zijn bezeten van sport, met name van hockey, wielrennen en hardlopen. ‘Maar dat hun moeder vroeger een nationale topatlete was, dat zegt ze helemaal niks hoor’, lacht Loes. ‘En daar hebben we het eigenlijk ook nooit over.’
We spreken af dat Loes Boling opnieuw wordt uitgenodigd voor de volgende Gouden Spike, hopelijk dit jaar en zo niet, dan in 2022. We zullen haar dan in het zonnetje zetten als de allereerste en trotse winnares van die prachtige trofee.