‘De Gouden Spike is een doorbraakwedstrijd’
Vorig jaar werd Norbert Groenewegen, de voorzitter van de Gouden Spike, onderscheiden met de Member Federation Award van European Athletics. Norbert verdiende deze onderscheiding omdat hij de Gouden Spike sinds 2012 organiseert. De vijftigste editie wordt zijn tiende editie. Norbert heeft de afgelopen jaren enkele vernieuwingen geïntroduceerd en organiseert nog steeds – samen met een een groot aantal vrijwilligers en liefhebbers – met veel energie en enthousiasme deze prachtige wedstrijd. Redenen genoeg om hem aan de vooravond van de jubileumeditie te spreken over verleden, heden en toekomst.

Sinds wanneer ken jij de Gouden Spike, Norbert?
Ik ben in 1976 begonnen met hardlopen bij Sparta in Den Haag, met name op de middenafstanden. De Gouden Spike leerde ik al snel kennen, dat was echt een begrip. In 1980 mocht ik voor het eerst meedoen op de 800 meter, in de B-serie. Jullie hebben er in het historisch overzicht aandacht aan besteed. Ik liep toen 1.58,45. Vervolgens liep ik in 1984 in de A-serie 1.52 of 1.53. Maar ik moet ook toegeven dat ik tijdens de Gouden Spike een van mijn slechtste races heb gelopen. Ik wilde onder de 1.50 lopen maar ging veel te hard van start. Ik kwam achter de haas en Han Kulker terecht maar ik had meer achterin het veld moeten zitten. Na 500 meter ontplofte ik echter en zag ik de wereld aan voor een doedelzak. Ik weet niet meer hóe ik ben binnengekomen maar hoorde tot mijn grote opluchting dat ik net binnen de twee minuten had gelopen, namelijk 1.59,98.
Wat ben je na je actieve hardloopcarrière gaan doen?
Nadat ik in 1989 was gestopt met wedstrijden lopen ben ik mij gaan richten op trainen en coachen. Ik heb alle trainersdiploma’s van de Atletiekunie gehaald. Van 1990 tot 2007 be ik trainer bij De Bataven en Leiden Atletiek geweest. Daarnaast ben ik een aantal jaren bondstrainer geweest van Zuid-Holland en Zeeland. In die hoedanigheid heb ik ook vaak langs de baan gestaan tijdens de Gouden Spike.
Wanneer raakte je bij de organisatie van de Gouden Spike betrokken?
Aanvankelijk was ik atletenbegeleider. Dat was leuk om te doen, atleten van Schiphol halen en in hotels onderbrengen en zo. In 2012 ben ik vervolgens gevraagd om voorzitter te worden, als opvolger van Robert Smits. Een mooie opbouw in drie fasen dus eigenlijk: van atleet naar trainer/coach en vervolgens naar organisator.
Hoe ben je als voorzitter begonnen in 2012?
Laat ik voorop stellen dat de wedstrijd al goed stond toen ik begon. Ik wil hier graag de twee grondleggers noemen. Als eerste Carel van Venetiën, die vanaf het begin in 1960 de Gouden Spike organiseerde en dat veertien keer heeft gedaan. Daarnaast ook Joop Waterreus, die de wedstrijd enorm heeft ondersteund met zijn grote netwerk en de sponsors die hij meebracht. Op het werk van deze voorgangers heb ik kunnen voortbouwen. Het is jammer dat Carel en Joop nu niet bij het jubileum kunnen zijn; zij zouden er ongetwijfeld heel trots op zijn geweest.
Welke vernieuwingen heb jij doorgevoerd?
Ik kwam in die tijd vaak bij Belgische topwedstrijden, zoals Heusden-Zolder. Dat waren gezellige en ontspannen avondwedstrijden met een hapje en een drankje, echt bourgondisch. Het leek me mooi om ook de Gouden Spike naar de middag en avond te verplaatsen. Daarmee creëer je meer sfeer en een groter bereik. Bovendien is een avondwedstrijd aantrekkelijker voor de 10.000 meter. Uiteraard was het belangrijk dat iedereen daar achter stond. Die 10.000 meter hebben we voor het eerst in 2014 georganiseerd en dat was meteen een enorm succes. We hadden ook wel geluk: een toen nog onbekende Oegandees liep die eerste 10.000 meter onder de 28 minuten. Ongekend! Joshua Cheptegei is nu wereldrecordhouder op de 5.000 en 10.000 meter. Het mooie was echter dat in diezelfde race Tom Wiggers een limietpoging deed voor het EK en Noah Schutte voor het WK junioren. Zowel Tom als Noah behaalden hun limieten. Het waren dus drie wedstrijden in een wedstrijd. De speaker Martijn Visscher had dat scherp in de gaten en het publiek was laaiend enthousiast. Daarna was er geen discussie meer over die 10.000 meter. Hoezo saai?
Hoe verhoudt de Gouden Spike zich tot andere atletiekwedstrijden?
De Gouden Spike is natuurlijk geen Grand Prix of Diamond League. Ik zie de Gouden Spike vooral als een doorbraakwedstrijd. Wij zoeken atleten die op punt van doorbreken staan en die wij daarbij kunnen helpen. Daar moet je creatief in zijn én ook wat geluk bij hebben.
Hoe vind je die atleten dan?
Wij hebben Dave Klink als atletenmanager en dat is een groot voordeel. Hij heeft goede contacten met andere managers zoals Global Sports van Jos Hermens. Zij helpen ons om die talenten te vinden en aan te trekken, denk aan Cheptegei. Wij hebben beperkingen maar proberen toch onze positie te optimaliseren. Denk ook aan Lisanne Schol, die twee jaar geleden bij het speerwerpen over de 60 meter gooide, maar ook onze eigen Tessa van Schagen, die in 2016 een enorme stap maakte op de 200 meter.
Heb je nog andere vernieuwingen doorgevoerd?
We zijn er in geslaagd om ook de paralympische atletiek een volwaardige plek te bieden. Het was heel mooi dat Marlou van Rhijn in 2013, mijn tweede jaar, de Gouden Spike kreeg toegewezen. Dit jaar komt de hele paralympische top naar Leiden. Van Arno Mul, de bondscoach, hebben we een lijst ontvangen van paralympiërs die zich willen kwalificeren voor Tokyo. Daar stellen wij hen ook graag toe in staat.
Vorig jaar ontving jij de Member Federation Award van European Athletics, onder meer voor je inzet voor de Gouden Spike. Wat betekent deze onderscheiding voor je?
Ik was compleet verrast en ben er heel trots op. Uiteraard doe ik het niet alleen; wij werken met een grote groep kernteamleden en vrijwilligers. Het geeft toch aan dat we met elkaar iets heel moois hebben gerealiseerd. Ik steek er veel tijd en energie in, samen met de hele groep, en dan is dit natuurlijk een prachtige blijk van waardering. Deze award staat dus op een mooi plekje bij mij thuis.
De vijftigste editie is historisch maar er mag geen publiek bij zijn. Wat verwacht je er van?
Deze jubileumeditie wordt natuurlijk heel anders dan we hoopten. Toch wilden we per se deze vijftigste editie dit jaar organiseren omdat het samenvalt met 25 jaar Leiden Atletiek. Uitstellen was geen optie. Het is dus mooi dat we de Spike mogen organiseren en dat atleten de kans krijgen zich te kwalificeren, zowel voor de Olympische Spelen als voor de Paralympics.
Hoe gaan jullie de exposure optimaliseren?
We hebben drie livestreams, zodat kijkers alle onderdelen kunnen volgen. Voorts hebben we de NOS uitgenodigd.
Is het gelukt om voldoende sponsors te vinden?
Dat is echt lastig dit jaar. We moeten meer kosten maken voor het testen en desinfecteren, enzovoorts. Bovendien missen we de inkomsten van betalend publiek. Toch hebben we het geluk dat onze sponsors ons trouw zijn gebleven. Ik wil ze uiteraard graag noemen: Add Value, Fund, Fast, Topsport Leiden, het Ondernemersfonds Leiden en de Gemeente Leiden. En – vers van de pers – hebben we er een nieuwe sponsor bij gekregen die de t-shirts gaat sponsoren: Silvana. Daarnaast hebben we suppliers zoals Boels, Collé, Gromax en CesarMed en krijgen we veel steun van de Atletiekunie. Wat ook geweldig loopt is de sponsoring van onderdelen door particulieren en bedrijven. Dat is een mooie extra bron van inkomsten.
Hoe internationaal wordt deze Gouden Spike?
Hoewel we normaliter een internationale wedstrijd zijn moeten we dit jaar helaas terughoudend zijn. We mogen maximaal 250 deelnemers ontvangen en dat betekent dat we selectief moeten zijn. Alles staat nu in het teken van kwalificatiemogelijkheden voor de Nederlandse deelnemers. Toch zullen er ook een paar buitenlandse topatleten zijn.
Hoe zie jij de relatie tussen de Gouden Spike en Leiden Atletiek?
Ik loop al sinds 1988 in Leiden rond en ik weet niet anders dan dat de Gouden Spike dé wedstrijd van Leiden Atletiek is. Denk aan steunpilaren als Jan Kortekaas, maar ook aan WillemJan van Vliet, Erik van Leeuwen en Eveline van Enk als voorzitter van de vereniging (tot voor kort), die samen met vele anderen deze wedstrijd mogelijk maken. De Gouden Spike is weliswaar in een aparte stichting ondergebracht, maar dat heeft vooral een zakelijke reden. Negentig procent van de vrijwilligers is van Leiden Atletiek en iedereen is trots op onze Gouden Spike. Dat geldt ook voor mijzelf. Het is toch geweldig om voorzitter te mogen zijn van een van de mooiste atletiekwedstrijden van Nederland, waar ikzelf ook al zo lang een band mee heb?

Is er voldoende aandacht voor atletiek in het algemeen en de Gouden Spike in het bijzonder?
Ik zou het wel heel gaaf vinden als de Spike dé wedstrijd van Leiden en omstreken wordt. Een wedstrijd van dit kaliber verdient meer aandacht en belangstelling. We hebben soms nationale en internationale toppers lopen en dan nog hebben we meestal maar zo’n achthonderd betalende toeschouwers. Vergelijk dat eens met een willekeurige wedstrijd van Rijnsburgse Boys: daar komen elke zaterdag zo’n drieduizend mensen op af.
Hoe kijk je naar de toekomst van de Gouden Spike? Welke veranderingen zou je nog willen doorvoeren?
Voor de wedstrijd zelf niet direct. We blijven de wedstrijd in brede zin profileren, dus met aandacht voor alle onderdelen en alle deelnemers. Ten aanzien van de accommodatie zijn er wat mij betreft wél verbeteringen mogelijk. We hebben inmiddels een prachtig clubhuis, maar het toegangspad naar de baan is echt niet meer van deze tijd. Elke keer als ik daar overheen loop, word ik wel wat droevig. Hetzelfde geldt voor de kleedkamers en douches. In deze tijd moeten we ook een vaste glasvezelverbinding hebben, niet alleen voor de livestreaming die ik al noemde. Ook moet het dak van de kleedkamers en krachtruimte worden versterkt voor camera’s en cameralieden. Nu is dat wat gerommel in de marge, met een laddertje en zo. Dat kan echt professioneler.
En voor de verdere toekomst? Ben jij nog bij de zestigste editie in 2031 betrokken?
Dat is lastig om te zeggen. Nu vind ik het nog hartstikke leuk om te doen maar ik weet natuurlijk niet of dat zo blijft en of mij dat ook gegeven is. Voorlopig heb ik nog steeds het enthousiasme en de energie om dit zo te blijven voortzetten. Maar het kan natuurlijk goed zijn dat het nodig is om nieuw bloed te laten instromen, om de wedstrijd fris en bij de tijd te houden. Maar wat mij betreft is het ‘op naar het diamanten jubileum!’