Menu Sluiten

“Ik ben heel trots dat ik de 50e Gouden Spike heb mogen winnen”

Fleur Jong won op 12 juni 2021 de Gouden Spike met een wereldrecord bij het verspringen in de categorie T62. We kijken terug op zowel de Gouden Spike als op de Paralympische Spelen in Tokyo. Een bijzondere atlete in een bijzonder jaar.

Was dit je eerste deelname aan de Gouden Spike?
Ik heb één keer eerder meegedaan. Het lukt helaas niet altijd om de Gouden Spike in te plannen en dat is jammer, want ik vind het een superleuke wedstrijd. Wat ik mooi vind is dat ik erg word verwelkomd en dat er zo wordt meegedacht.

Bij de Gouden Spike wordt de para-atletiek geïntegreerd in het zogenaamde valide programma. Wat vind jij daar van?
Dat is natuurlijk niet altijd vanzelfsprekend geweest. Er is ook overlegd met Arno Mul, de bondscoach, en voorheen met mijn trainer Guido Bonsen over de indeling van het programma. ‘Wat is handig om te doen?’ Hier wordt open over gesproken en dat zijn heel legitieme vragen. Inpassen van de para-atletiek vergt toch wat meer maatwerk. Er zijn natuurlijk niet altijd voldoende tegenstanders in mijn klasse en dan is het fijn dat er creatieve oplossingen worden gevonden.

Lukt dat ook altijd?
Ja, eigenlijk wel. Het is dan juist mooi dat ik daar niet veel van merk.

Zullen we het hebben over dit voor jou bijzondere jaar? Hoe heb jij dit seizoen gepland?
In april was ik met trainingskamp op Tenerife, samen met Guido en Team Para Atletiek. Dat was het startpunt van mijn seizoen. Meestal plannen we na twee of drie weken de eerste wedstrijden. Het is fijn om met wedstrijden in vorm te komen, al kan ik ook in één keer goed zijn als het moet. Dit voorjaar was het vaak slecht weer. Het was daarom fijn om aan de wat kleinere wedstrijden mee te doen. We hebben blokjes van drie wedstrijden achter elkaar gepland en die vervolgens geëvalueerd. Op basis daarvan zijn de volgende trainingen gepland en vervolgens weer een blokje wedstrijden.

Wat was dit seizoen je eerste grote wedstrijd?
De Ter Specke Bokaal in Lisse. Prachtige wedstrijd, prima baan maar dit jaar echt verschrikkelijk weer. Daarna heb ik me voorbereid op de EK, de Gouden Spike en uiteindelijk Tokyo. Die opbouw werkt voor mij goed.

Jij combineert twee disciplines: verspringen en 100 meter sprint. Lukt dat bij elke wedstrijd?
Nee, we maken daar bewuste keuzes in. Verspringen is voor mij veel belastender, dus daar moet ik rust inbouwen. Het sprinten kan ik in principe elke wedstrijd doen, al moet ik daar wel relatief harder voor werken. Bij het verspringen kan ik meer op mijn gevoel afgaan.

Netherlands, Leiden, 12 juni 2021,Para Atlete Fleur Jong wint de Gouden Spike 2021 met een nieuw wereldrecord op het Verspringen. Copyright; Hélène Wiesenhaan/Bsr agency

Waarom heb je tijdens de Gouden Spike gekozen voor alleen het verspringen?
Ik wist zeker dat ik in Leiden een heel mooi veld zou terechtkomen. Ik voelde mij ook de hele dag heel goed en op mijn gemak. Ik gebruikte nieuwe blades maar had toch veel zelfvertrouwen. Er was veel wind en daar kon ik goed mee oefenen met mijn timing. Het ging al meteen super. Na twee ronden had ik 6.09 meter gesprongen, een nieuw wereldrecord. Toen stond er op het scorebord: 1. Nafi Thiam, 2. Anouk Vetter en 3. Fleur Jong. Dat was natuurlijk een mooi rijtje. Ik was zó trots dat ik nog beter ging springen. Toen Emma Oosterwegel over me heen ging dacht ik toch even ‘oh, shit!’, haha. Daarna sprong ik nog 6.27 met te veel wind. Dat was een bevestiging van mijn gevoel dat ik die afstanden in mij had. Tijdens de Spike voelde ik me echt thuis tussen Nafi, Anouk en Emma. We moedigden elkaar aan, dat was echt top.

Is het ook iets emotioneels voor je, om te strijden met atleten als Nafi, Anouk en Emma?
Ja, toch wel. Ik ben al een tijd aan het strijden om buiten mededinging mee te doen aan het NK. Daar zou ik ook graag net als de Gouden Spike willen strijden met valide atleten. Dat zou me prikkelen, zo van ‘Oké Fleur, tandje er bij, anders lig je er gewoon af na drie pogingen’. Tot nu toe is dat dus nog niet gelukt. Maar bij de Gouden Spike werd me dat op een presenteerblaadje aangeboden. Ik stond daar dus met het gevoel: ‘Ja, hiervoor doe ik het. Dat ik hier tussen mag staan!’

Merk je dan onderscheid tussen de valide atleten en de Paralympiërs?
Nee, het maakt niemand echt wat uit. Dat is juist zo mooi. Wat mij betreft moet je het ook blijven integreren, zeker in Nederland, waar gewoon te weinig deelnemers zijn in de verschillende klassen voor Paralympiërs. Dat is internationaal gezien wel anders, natuurlijk.

Zou je ook de Olympische Spelen willen integreren met de Paralympics?
Daar ben ik juist weer tegen. Ik vind de Paralympische Spelen juist belangrijk omdat je daar de strijd aangaat met gelijken, in de uiteenlopende klassen. Voor mijzelf geldt dat ik internationaal op topniveau presteer met Paralympiërs, maar op nationaal niveau weer beter meekom met valide sporters.

Wat is eigenlijk de complexiteit van het verspringen?
Je moet in veertig meter aanloop je topsnelheid halen en vervolgens snel schakelen om goed uit te komen voor de afsprong. Zeker als ik in topvorm kom gaat mijn snelheid omhoog en moet ik mijn coördinatie en timing weer aanpassen.

Hoe belangrijk was die 6.09 meter tijdens de Gouden Spike voor je?
Heel belangrijk. Ik was op zoek naar die grotere afstanden. Bijna elke maand sprong ik een paar centimeter verder. Het voelde goed om het zo stap voor stap op te bouwen.

Wat heb je gedaan om die progressie door te trekken richting Tokyo?
Aanvankelijk alleen het Westfries Gala, maar daar was ik oververmoeid. Dat was de derde wedstrijd in een blok van drie en dat was er dus één te veel. Ik ben vervolgens met Guido gaan zitten om weer te evalueren. Doordat ik mijn wedstrijden heel intensief beleef, zowel fysiek als mentaal, moet ik ook gas terug nemen en het ‘be happy’ ervaren. Dat is ook heel leerzaam, natuurlijk.

Hoe groot is bij jou het mentale aspect?
Best groot. Ik moet er voor waken om niet té veel te focussen en té gespannen te zijn. Ik weet van mezelf dat ik het best presteer als ik het kan laten gebeuren en kan genieten. Tijdens de warming up en voor de start probeer ik me daarom niet te veel af te sluiten. Ik maak sociaal contact en kijk om me heen.

Ken je veel internationale Paralympiërs?
We komen elkaar vaak tegen op grote toernooien, zeker de Europese atleten. Maar ook met Amerikanen bijvoorbeeld kan ik de toon zetten door er naartoe te lopen en een praatje te maken, zo van ‘hoe gaat het?’ Dan is gelijk het ijs gebroken. Als we allemaal om elkaar heen gaan lopen en elkaar als concurrenten gaan lopen beloeren, dan worden het wel lange dagen en weken op zo’n toernooi.

Maak je dan gemakkelijk contact?
Het maakt zeker uit dat ik – en Marlène van Gansewinkel ook – in onze disciplines de besten zijn. Uiteraard ben ik vlak voor de 100 meter even niet bevriend met iedereen. Maar daar blijft het dan bij. De veldonderdelen zijn over het algemeen trouwens wat vriendelijker en gemakkelijker dan het sprinten. Dat geldt ook bijvoorbeeld voor de meerkampers. Zo ben ik ook opgevoed, want Guido is van oorsprong meerkamptrainer.

Heb je na het Westfries Gala nog wedstrijden gedaan in de voorbereiding op Tokyo?
Ik heb in Duitsland nog een wedstrijd opgezocht waar een directe concurrente van me op de 100 meter uitkwam. Marlène en ik hebben beiden van haar gewonnen en dat had ik ook even nodig. Vervolgens heb ik één week voor vertrek naar Tokyo heb ik een trackmeeting in Utrecht gedaan. Daar sprong ik 6.38 meter. Die afstand had ik op dat moment écht nodig. Dat gaf me echt een laatste vertrouwen dat ik nodig had. Dat vertrouwen ging mee in mijn koffer naar Tokyo.

Je stapte daar uit het vliegtuig met die koffer vol zelfvertrouwen. Hoe ging het verder?
We waren eerst twee weken in Chiba voor het trainingskamp en vervolgens vijf dagen in het paralympisch dorp in Tokyo, voordat het toernooi begon. Vlak voor vertrek uit Chiba verrekte ik echter mijn hamstring. Dat was best even schrikken, want ik kon geen snelheidstraining meer doen en die heb ik juist keihard nodig. Daar kreeg ik wel paniek van.

Hoe pakte dat uit tijdens de 100 meter?
Ik ging er heen als snelste maar kwam al moeilijk door de series heen. Vervolgens werd ik vierde in de finale. Op zich mijn beste resultaat, maar ik had er wel meer van verwacht. Door die hamstringblessure was een medaille helaas uit zicht geraakt.

Netherlands, Leiden, 12 juni 2021,Para Atlete Fleur Jong wint de Gouden Spike 2021 met een nieuw wereldrecord op het Verspringen. Copyright; Hélène Wiesenhaan/Bsr agency

En bij het verspringen?
Ik had daar een veel beter gevoel dan bij de 100 meter. Bij het verspringen was mijn zelfvertrouwen sowieso wat groter dan op de 100 meter, mede door die sprongen zoals de 6.09 meter tijdens de Gouden Spike. De warming up was goed en ik wist dat ik zeker over de zes meter heen zou komen. Voor mij was er maar één optie: ik moest het laten zien. Gelijk bij de eerste poging heb ik er alles ingestoken wat ik in mij had. Dat was meteen een wereldrecord, 6.16 meter. Ik dacht: ‘Zó, die staat!’ Dat bleek meteen ook de winnende sprong. Ik heb tijdens de volgende pogingen nog wel wat geprobeerd te variëren en verder te springen, maar ik kwam niet over die eerste sprong heen. Het werd daardoor een prettige wedstrijd voor me, al werd het toch nog wel close. Maar dat zijn uiteindelijk de mooiste wedstrijden, ook voor de atleten zelf.

Wat betekende die overwinning voor je?
Ik had meteen de toon gezet voor de ploeg. Mijn gouden medaille was de allereerste medaille en dan meteen nog de mooiste. Dat was een mooie stimulans voor de hele ploeg.

Hoe was het om de vlag te mogen dragen, samen met Jetze Plat?
Dat was heel bijzonder. Het was de eerste keer dat twee atleten dat samen mochten doen. Vlaggendrager ben je voor het team en voor je land. Voor Team Para Atletiek was het belangrijk voor het teamgevoel. Jetze ken ik al een tijd en we hebben al in projecten samengewerkt. Hij is natuurlijk een groot kampioen, hij heeft al zo veel gewonnen. Ik voelde me vereerd om het samen met hem te mogen doen en heb het ervaren als een mooi startschot om zelf ook te gaan winnen.

En dat is gelukt.
Dat kon niet beter!

Voelde je je anders toen je met je gouden medaille in je koffer terug reisde naar Nederland?
Ik zie die medaille als een bekroning op ons werk, dus niet alleen van mij maar ook van Guido en het gehele Team Para Atletiek. We zijn dat team begonnen in 2017 omdat wij een andere visie hadden dan de Atletiekunie.

Wat doet Team Para Atletiek anders dan de Atletiekunie?
De Atletiekunie richt zich meer zicht op prestaties en medailles. Daar is ook de financiering op gebaseerd. Team Para Atletiek richt zich ook op de maatschappelijke impact. Wij besteden ook tijd en ruimte aan jonge kinderen met een handicap. Ons topsportprogramma is gebaseerd op het uitgangspunt dat we met die medailles ook iets terug willen doen voor de maatschappij.

Welke middelen zetten jullie daarvoor in?
De exposure die wij met onze Paralympische medailles krijgen gebruiken we om ons verhaal te delen. Dat geeft weer hoop aan de kleine Fleurtjes en Jetzes. Met onze partners en sponsors ontwikkelen we op maat gemaakte programma’s, bijvoorbeeld clinics, heidagen of campagnes. Op dit moment zijn we ook betrokken bij het ontwikkelen van een kinderprothesevoet. Dat gaat puur op ervaring, dus de feedback die wij als gebruikers geven. Dat blijkt al heel waardevol.

Krijgt Team Para Atletiek ook subsidie, bijvoorbeeld van VWS?
Daar zijn we ons nu op het oriënteren. We zijn snel gegroeid en boeken nu succes. Dat betekent dat we moeten beslissen op welk niveau we gaan aankloppen, bijvoorbeeld bij een gemeente, provincie of rijk. Maar het gaat zó snel nu, we houden het haast niet bij. We werken ook samen met andere stichtingen, zoals de Esther Vergeer Foundation. We vissen uiteindelijk in dezelfde vijvers, maar zoeken juist daarom ook de samenwerking. Het is beter om de krachten te bundelen.

Laatste vraag: waar staat je Gouden Spike?
Wacht, ik laat het je zien. [ Draait de camera om ] Kijk, daar staat hij, op de schouw! Het is een mooie trofee en behoorlijk zwaar. Maar hij staat niet in het zicht, hoor. Dus hij staat hier veilig. Ik ben heel trots dat ik de 50e Gouden Spike heb mogen winnen.