Naam: Luka de Wilde Leeftijd: 19 jaar Favoriete atletiekonderdelen (+ pr): kogelstoten: 14,48 meter (7,26 kilo); 16,46 meter (6 kilo) discuswerpen: 48,16 meter (2 kilo); 50,66 meter (1,75 kilo) Beste prestaties tot nu toe: 3de NK U20 outdoor 2024; 3de nationale ranglijst 2024 discuswerpen U20 |
Werper Luka de Wilde voelt zich op zijn gemak bij Gouden Spike
Geen gewicht is Luka de Wilde te zwaar. Hij werpt de zware discus bij de senioren al bijna net zo ver weg als de lichtere toen hij nog junior was. Ook met kogelstoten staat de werper van Leiden Atletiek zijn mannetje. Luka toont zijn verrichtingen zaterdag 14 juni tijdens de Gouden Spike graag aan het publiek.
,,Deze wedstrijd betekent veel voor mij. Ik kan me nog herinneren dat ik als junior naar de Gouden Spike ging kijken. Ik was diep onder de indruk. Maar dat ik vorig jaar aan de Gouden Spike zelf mocht deelnemen voelde alsof ik ineens een onbereikbaar doel had behaald. Daardoor kreeg ik het gevoel dat zelfs als iets onmogelijk lijkt, dat als je blijft doorgaan en verbeteren dat je toch je dromen kunt halen.’’
Dit jaar wil Luka zowel meedoen met kogelstoten als met discuswerpen. ,,Hoewel ik de richtprestatie voor kogelstoten (15 meter) nog niet heb gehaald, ga ik ervanuit dat ik mag deelnemen. Verder wil ik het leuk hebben en mijn pr verbreken. Net zoals vorig jaar, toen ik als junior 16,46 meter met de kogel stootte tijdens de Gouden Spike. Ik hoop dat het net zo’n wedstrijd wordt als vorig jaar: leuke sfeer, thuiswedstrijd en goed weer. Zenuwachtig hoef ik niet te zijn, want op de Gouden Spike heb ik niets te verliezen. Een competitiewedstrijd of NK voelt anders, want dan gaat het om punten voor de ploeg of om de beste van Nederland te worden. Dat veroorzaakt extra spanning.’’
,,Als eerstejaars senior moet ik iets meer ‘long term’ denken dan voorheen, omdat ik nu mijn hele atletiekcarrière met dit gewicht moet werpen. Mijn uiteindelijke doel is volgend jaar of dat jaar daarna het EK U23 halen. Maar mijn doel voor dit jaar is 50 meter discus en 16 meter kogelstoten. Voor het EK moet ik 56,43 meter discus (in 2026) of 58,70 meter discus (in 2027) werpen. Dat wordt lastig, maar als ik 4 meter per jaar verder werp kan het net. Verder heb ik als doel de finales halen bij het NK senioren. Vorig jaar mocht ik zelfs als A -junior meedoen en haalde ik bij discus met veel geluk zelfs de finale. Wil ik dit jaar de finales op beide onderdelen halen, dan doe ik dat het liefst als alle concurrenten ook goed presteren. Dan voelt het alsof ik wat heb bereikt in plaats van profijt heb gehad van de mindere prestaties van anderen zoals vorig jaar.’’
,,Bij Leiden Atletiek deed ik algemene trainingen tot mijn veertiende. Daarna mocht ik wat specifieker trainen op het onderdeel van mijn voorkeur. Verspringen, hoogspringen en sprinten lukt me nog steeds aardig tijdens clubkampioenschappen, ook al train ik daar nooit meer op. Anderzijds ben ik veel explosiever, waardoor ik heel hoog en ver kan springen. Waarschijnlijk zou ik ook een goede sprinter kunnen zijn, maar die onderdelen train ik niet meer direct. Zo veelzijdig als een meerkamper ben ik echter niet.’’
,,Werpen is natuurlijk heel anders dan andere onderdelen. Ik train vooral veel op kracht, explosiviteit en snelheid. De helft van mijn training is zelfs krachttraining: training met gewichten. Daar doen we dan olympisch gewichtheffen, powerliften en standaard bodybuilding-achtige trainingen. In dat opzicht ben ik wel veelzijdig. Eigenlijk ben ik ook een powerlifter en een gewichtheffer.’’
,,Misschien moet ik mij beperken tot één werponderdeel, want ik merk dat kogelstoten en discuswerpen elkaar soms tegenwerken. Ik doe bij beide onderdelen een draaitechniek die op de andere lijkt, maar toch net anders is. Dat maakt het moeilijk. Met kogelslingertraining ben ik gestopt, omdat ik daardoor minder tijd had om m’n krachttrainingen te doen en me te focussen op kogelstoten en discuswerpen. Ik wil eigenlijk niet kiezen, maar merk dat nu discuswerpen heel goed gaat ik wat technische problemen heb bij kogelstoten.’’
,,Mijn trainingsgroep motiveert mij om grenzen te verleggen. Je blijft trainen, omdat we een gemeenschap vormen waarin ik mij thuis voel. Als ik bijvoorbeeld zelf een korte training wil doen zonder de groep, heb ik minder motivatie om te gaan. Het sociale aspect speelt een grote rol. Als een training puur gefocust is op prestaties is het ook niet vol te houden. Al is te leuk is ook weer niet goed.’’
,,Het TalentenTeam van de club zorgt voor begeleiding bij onze atletiekcarrière. Zo zijn er presentaties over dieet of overbelasting. Op een testdag kregen we verbetertips op het gebied van spronghoogte, sprinttijd en werpafstanden. Ook krijgen we een deel van de trainingskampen vergoed.’’
Bij het werpen vertolkt wereldrecordhouder en meervoudig olympisch kampioen kogelstoten Ryan Crouser een voorbeeldfunctie, vertelt Luka. Atleten zoals hij kunnen atletiekwedstrijden nog aantrekkelijker maken. Zo organiseerde Crouser een kogelstootwedstrijd in Amerika met een sneller format. ,,Een beetje zoals bij hoogspringen, waar je bepaalde afstanden (lijnen) moet halen om in de wedstrijd te blijven. Het doel daarvan is meer interactie met het publiek en meer spanning en beleving. Dat leek te werken, want je zag dat het publiek bij elke worp applaudisseerde als iemand over de lijn kwam, zelfs als de afstand op zich niet super ver was. Het maakte het succes direct zichtbaar. Zulke initiatieven of dingen als een goede speaker die het publiek uitlegt wat er gebeurt, kunnen helpen. Eigenlijk alles wat het voor toeschouwers gemakkelijker maakt om de wedstrijd te volgen en spannender maakt om naar te kijken, zonder dat het ten koste gaat van de prestaties van de atleten.’’